“Ja, dat had ik je ook wel kunnen vertellen”, was mijn eerste reactie toen ik bovenstaande zin laatst las in een artikel op de site van intermediair. Toch ben ik ook verbaasd over mijn eigen reactie. Het lijkt alsof het woord kantoortuin iets met mij doet.

Kantoortuin, het woord op zich doet vermoeden dat werk gecombineerd wordt met rust. Je bureau tussen het groen, vogeltjes op de achtergrond, dat idee. Ongetwijfeld zijn er organisaties die geprobeerd hebben dit te bewerkstelligen. Tenslotte kun je een hoop groengevoel creëren met enorme planten, liefst op basis van hydrocultuur. Natuurlijke afscheiding en toch gezellig bij elkaar. Dat moet het gevoel van saamhorigheid vergroten en de productiviteit verhogen.

In een vorig leven werkte ik ook vanuit een kantoortuin. Vier bureaus aan elkaar, vier blokken in een ruimte, evenveel mensen en vooral evenveel telefoons. Nu ben ik van de pragmatische generatie en ook nog vrouw dus multitasken kan ik. Dat wil niet zeggen dat ik ook alle geluiden en prikkels altijd gemakkelijk absorbeer. Om me te kunnen concentreren en focussen is toch wel enige rust nodig. En ja, daar ging het voor mij mis in die kantoortuin. Ik ben namelijk van nature nieuwsgierig en geïnteresseerd in de mede-mens. Midden in die kantoortuin stond ook nog eens de pantry voor de broodnodige koffie en thee. Daarnaast ging doorlopend de telefoon. Me afsluiten en concentreren op mijn werkzaamheden ging vaak goed. Even zo vaak kostte het de nodige moeite.

Als coach werk ik op veel verschillende plekken. Vanuit mijn eigen praktijkruimte kijk ik uit op het bos: een oase van rust. Daarnaast werk ik vanaf verschillende locaties: bij medewerkers op kantoor of ik huur een mooie coachruimte. Wanneer ik bij de medewerker op de werkplek kom zie ik als buitenstaander de diverse kantoortuinen: ellelange tafels met plug-ins voor laptop en smartphone of de mij bekende blokken bureaus. Het bruist, straalt energie uit, en tegelijkertijd voel ik me er altijd een beetje verloren. Om je terug te trekken zijn er glazen cabines, de zogenaamde stilteplekken. Zo’n vissenkom nodigt mij niet erg uit. Toch zijn ze altijd bezet of net als op het strand min of meer gereserveerd. Niet met een handdoekje, maar wel met een jas nonchalant over de stoel gedrapeerd of een map op het bureau.

Het moge duidelijk zijn: ik ben geen fan van de kantoortuin. Ik zou willen pleiten voor rustige werkplekken met privacy, een ontmoetingsplek als je behoefte hebt aan een korte break en verplicht lunchen. Geen boterhammen meer achter de computer maar tijdens de lunch tijd voor elkaar of tijd voor jezelf. Maak van de kantoortuin een lunchtuin en geef de medewerker zijn privacy terug met afgescheiden werkplekken. Het zal de werkstress en daarmee het aantal ziektedagen ten goede komen!