Dit kan niet waar zijn bezieling in werk
Met veel belangstelling heb ik het boek “Dit kan niet waar zijn” van Joris Luyendijk gelezen. Een boek dat terecht de toptitels bij de diverse boekhandels aanvoert. Wat fascineert zo? Wat maakt dat het zoveel discussie te weeg brengt? In een artikel in Trouw, waarin een interview met Luyendijk stond, las ik dat hij veel reacties, ook van buiten de financiële sector krijgt. De gemene deler van deze reacties is: “De bezieling is verbannen uit ons werk, de waarde ervan gaat verloren, alles wat overblijft zijn meetbare doelen, cijfers, rendementen, targets.”

Gouden ketenen
Hoe bezieling uit je werk kan verdwijnen heb ik zelf ook ervaren. Negentien jaar geleden begon ik als
financieel adviseur, een functie waarbij de klant centraal stond. Het draaide om het verstrekken van een gedegen advies, afgestemd op de wensen en behoeften van de klant. Daarbij maakte je onderdeel uit van een team. Samen zorgde je voor een zo goed mogelijke dienstverlening. Gaandeweg ontstond een cultuur van targets halen, vinkjes zetten achter je verkopen en kreeg de wens van de klant een andere betekenis. Ik heb serieus collega’s gehad die internetbankieren verkochten aan mensen zonder computer. Het was immers een vinkje…. Je had liever een gesprek over de aankoop van een woning van een miljoen dan het adviseren van een starter. Want ja, laten we eerlijk zijn, als het om targets gaat …. In een dergelijke omgeving is er van bezieling niet zoveel sprake meer. Het gaat om de harde cijfers. En ik merkte dat ik daar leeg op liep. Zeven jaar geleden, begin 2008, een half jaar voordat de crisis ‘uitbrak’, nam ik ontslag bij de bank waar ik toen werkte. Knipte als het ware de gouden ketenen door.

Organisaties in beweging
In mijn werk als loopbaancoach begeleid ik mensen, werkzaam in allerlei sectoren: van de zorg tot de financiële wereld, van MKB tot multinationals. In alle sectoren zie je beweging. Organisaties in beweging hebben hun weerslag op het personeel. Soms verlamt het, maakt het bang, en dat kan zich uiten in boosheid, slachtofferschap en onbegrip. Alle zekerheden staan immers op de tocht. De hypotheek moet worden betaald, studerende kinderen kosten geld. Allemaal logische gedachten. En zoals de behoeftepiramide van Maslov het zo mooi aangeeft: er is pas ruimte voor zingeving en
ontplooiing als aan basisbehoeften zoals veiligheid en zekerheid wordt voldaan. Wordt hieraan getornd dan loop je ook het risico de bezieling in je werk te verliezen. Je komt in een overlevingsmodus terecht en hebt behoefte aan houvast en zekerheid.

Positieve ontwikkelingen
Gelukkig zie ik ook positieve ontwikkelingen. Wanneer boosheid en angst plaats kunnen maken voor acceptatie en berusting ontstaat ruimte voor onderzoek en reflectie. Hoe wil ik mijn verder loopbaan vormgeven? Welk werk wil ik doen? Welke sector past bij mij? Welke waarde wil ik toevoegen? Zo kan een verandering leiden tot een voorwaartse beweging. Zowel bij de organisatie als bij de medewerker.

De arbeidsmarkt
‘De arbeidsmarkt’ bestaat niet meer, daarvan ben ik ondertussen wel overtuigd. In relatief vrij korte tijd is er zoveel veranderd dat je “de arbeidsmarkt” niet meer eenduidig kunt omschrijven. Dat betekent dat de hele perceptie ten aanzien van werk en inkomen, loopbaan, arbeid, toekomst en dus ook bezieling in werk aan het veranderen is. En steeds meer zie ik dat de medewerker juist weer op zoek wil gaan naar de bezieling in werk ofwel daarbuiten.

Nieuwsgierig
Al deze ontwikkelingen maken me nieuwsgierig. Hoe zal het arbeidsklimaat er over vijf of tien jaar uit zien? In wat voor werkomgeving gaan de huidige pubers straks arbeid verrichten? Wat hebben deze ontwikkelingen voor invloed op de keuzes die je kunt maken op het gebied van studie, beroepsprofiel enzovoort? Hoe groot is de rol die bezieling hierin blijft spelen? Allemaal vragen. Ik heb er geen direct antwoord op. Bang maakt het me niet. Nieuwsgierig wel.